Informatie Professional
6 (2002) nr. 3 (maart) blz. 15

Over concurrentie en monopolies

terug

COLUMN
vorige | volgende | nieuwste


Eric Sieverts

Reed-Elsevier was vorige maand weer even hevig in het nieuws met de welles-nietes geruchten dat alsnog een samengaan met Wolters-Kluwer op handen was. Derk Haank, directeur van de wetenschappelijke uitgeefpoot van het concern, greep zijn aanwezigheid op een bibliotheekcongres, begin februari in Bielefeld aan, om nog eens duidelijk te maken dat het wat hem betreft in elk geval nietes was. Hij stelde onomwonden op dit moment geen enkele behoefte te hebben verder te groeien. Zelfs in overname van kleine wetenschappelijke uitgevers was hij niet geïnteresseerd, 1200 tijdschrifttitels was voor hem voorlopig genoeg. Eerst moesten zijn concurrenten maar eens wat verder groeien.

Zeker een geruststelling voor mijn baas, Bas Savenije, die voorlopig geen opgewonden journalisten meer aan de telefoon zal krijgen, die beslist willen weten "wat hij daarvan vindt". Moet je altijd ergens iets van vinden? De suggestie van onbetamelijke monopolievorming die in dergelijke vragen doorklinkt, berust natuurlijk op een onjuiste vergelijking met de broden van de bakker op de hoek. Wie een brood wil kopen kan gebruik maken van de concurrentie tussen de bakkers in de buurt. Op een wetenschappelijk tijdschrift heeft elke uitgever altijd een monopolie, of het nu een grote uitgever als Elsevier is of een kleintje met een enkele titel. Geen enkele andere uitgever heeft immers diezelfde titel. Zoals ook onze Otto het monopolie op IP heeft.

Zelfs de altijd wat serieuze Duitsers kreeg Derk Haank met zijn voordracht uit de plooi. Hij benadrukte nog eens - wat we als klanten al gemerkt hadden - dat hij best nieuwe business-modellen wil uitproberen. Maar té bont moet je dat natuurlijk ook niet maken. Aan een situatie waarin bibliotheken (geld) uitgeven en hij dat geld ontvangt, zijn we zo gewend dat hij dat maar liever zo wilde laten ;–). Wel maakte hij nog eens duidelijk dat aan hetzelfde product voor verschillende klanten best een verschillend prijskaartje kan hangen - ik meldde dat vorig jaar al eens in een column.

Op diezelfde Bielefeld 2002 Conference werd trouwens ook duidelijk dat bibliotheken steeds meer geneigd zijn de concurrentie met het uniforme Google-interface aan te gaan. Alle leveranciers van metasearch portal software, waarmee een consortium van Nederlandse UKB-bibliotheken in onderhandeling (geweest) is - en zelfs nog een paar meer - waren in Bielefeld vertegenwoordigd. Met dergelijke systemen kun je meer catalogi en databases gelijktijdig doorzoeken. Iets waar we vijf jaar geleden in Utrecht al op een andere manier mee bezig waren, één interface en één zoekgang voor zoveel mogelijk bronnen, blijkt intussen door iedereen te worden nagestreefd.

Ook de meestal meteen daaraan gekoppelde reference linking wordt steeds algemener. Het vanuit een bibliografische database doorlinken naar de volledige tekst van een artikel of het doorlinken tussen full-text wetenschappelijke artikelen via hun literatuurreferenties. Via het OpenURL mechanisme bieden steeds meer software- en informatie-leveranciers SFX-achtige diensten. Het Israëlische ExLibris lijkt, sneller dan ik had verwacht, zijn monopolie op dit terrein kwijt te raken. Zelfs online hosts kunnen niet meer achterblijven. In navolging van STN kondigde deze week ook Dialog aan dat ze reference linking vanuit haar databases aanbiedt.

Al deze concurrentie maakt het voor ons, grootschalige informatiegebruikers, nog altijd niet echt goedkoper, maar het draagt in elk geval wel bij aan een gestage verbetering van de functionaliteit van de zoek- en informatieproducten die wij onze klanten kunnen aanbieden.




© Informatie Professional (Otto Cramwinckel Uitgever, Amsterdam) en Eric Sieverts

Voor een abonnement op Informatie Professional:
bel: 020 - 627 6609

Zie ook IP Online