Informatie Professional
2 (1998) nr. 4 (apr.) blz. 15

Wie zijn nek uitsteekt, vangt veel wind

terug

COLUMN
vorige | volgende | nieuwste

Eric Sieverts

Ik ben in het bezit van een vouwfietsje - handig voor in de trein. Onlangs had ik er een nieuwe buitenband voor nodig. Vanwege de kennelijk ongebruikelijke maat moest de fietsenmaker die bestellen. De uiteindelijk afgeleverde band bleek bij monteren natuurlijk toch niet de goede maat te zijn, maar dat was de fietsenmaker niet aan zijn verstand te brengen. Toen hij bovendien weigerde de band terug te nemen en evenmin geld wilde teruggeven, ontspon zich een onverkwikkelijke discussie. Verklarend dat hij dan maar veel plezier aan die band moest beleven, heb ik toen met een snelle beweging de band om zijn nek gehangen. Dat laatste bleek niet zo verstandig, want deze fietsenmaker was niet alleen twintig jaar jonger, maar ook een kop groter met een tweemaal zo breed sportschoolpostuur. Enkele ogenblikken later stond ik dan ook blauw geschopt op straat, op de tast de resten van mijn bril bij elkaar zoekend.

Hiermee vergeleken gaan we in ons informatiewereldje een stuk vriendelijker met elkaar om. Daarbij doel ik nog niet eens op de ingezonden brief van Rob Klaverstijn en Jan van der Starre in het vorige nummer van Informatie Professional, waarin ze reageren op mijn kritische opinie over de Online Conferentie. Ook zij waren zo vriendelijk tegen me, dat ik onmiddellijk moest denken aan een bekende sketch met Wim Sonneveld als vader van een dochter in een moeilijke leeftijd. Als beste remedie tegen vader onwelgevallige vriendjes adviseerde hij zulke jongetjes hemelhoog het graf in te prijzen.

Nee, ik denk vooral aan collega's met wie je bij allerlei gelegenheden gesprekjes voert. Hester van der Kuur komt daarbij alleen collega's tegen die het helemaal eens zijn met haar visie op de IDM-opleiding, terwijl ze dat tegen mij nooit zeggen. De organisatoren van de Online Conferentie spreken louter tevreden bezoekers, terwijl ik in Rotterdam rondlopend voortdurend werd aangeklampt door mensen die verklaarden het helemaal met mijn kritiek op de conferentie eens te zijn. Het lijkt wel of men bang is klappen te krijgen als men een gespreksgenoot eens tegenspreekt.

Was ik toch in Rotterdam? Jazeker, zoals aangekondigd uitsluitend één dagje voor bezoek aan de tentoonstelling. Alleen vrees ik dat Van der Starre en Klaverstein mij (en ook een bus vol IDM-studenten en al die andere tentoonstelingsbezoekers) stiekem hebben meegeteld bij de tweeduizend congresgangers die zij noemden, want de uitgereikte deelnemerslijst bevatte er 'maar' ruim achthonderd.

Ik moet overigens bekennen blij te zijn dat de folder van de Dag van het Document nog niet was bezorgd, toen Jan en Rob hun reactie schreven. Die Dag is nog duurder dan de Online Conferentie en dan voor één dag. Dat ook mijn naam bij het rijtje bobo's staat dat voor het programma verantwoordelijk is, was natuurlijk een kans voor open doel geweest. Maar wees gerust, ook die hoge prijs zit me dwars. Een aantal Dagen van het Document geleden mocht je voor een aanzienlijk lager bedrag nog met zijn tweeën komen. (Al weet ik ook dat sommige commerciële organisaties wel duizend gulden per dag vragen). Voor VOGIN en NVB heb ik zelf themadagen of -middagen meegeorganiseerd, waarvan de programma's - wellicht onbescheiden opgemerkt - niet voor deze congressen onderdeden. Maar de discrepantie tussen toen gemaakte onkosten en wat tegenwoordig 'echte' conferenties kosten, blijft bevreemden.

Collega-redacteur Paul Nieuwenhuysen van Informatie Professional herinnerde er terecht aan dat onze Online Conferentie ooit was opgezet als low-budget alternatief voor wie niet naar de dure conferentie in Londen kon of mocht. Waar gaat al dat geld nu dan heen? Nauwelijks naar sprekers, niet naar organiserende non-profit organisaties, niet naar programmacommissies. Kennelijk weten verhuurders van accommodaties (zelfs als ze een hightech congres niet meer dan modemlijntjes kunnen bieden) munt te slaan uit de overspannen congres- en symposiummarkt. Daar mogen we best eens kritisch over zijn.

Intussen heb ik mijn eerste sportschool-training afgesproken. Fysieke weerbaarheid blijkt nodig. De volgende misstand dient zich al weer aan: mijn laatste IBL-aanvraag. Waarom kreeg ik die van de week terug met de mededeling dat het betreffende tijdschrift bij de eerste bibliotheek niet aanwezig was, bij de tweede naar de binder en dat het DUS niet leverbaar was, terwijl dat tijdschrift volgens de NCC bij nog minstens vijf andere bibliotheken aanwezig moet zijn? Denken ze soms dat ik die aanvraag voor de lol heb ingestuurd, om te pesten, dat ik dat artikel eigenlijk helemaal niet nodig heb?

Pas maar op, ik ben er klaar voor. Dat fietsbandje bleek ik ineens weer, samen met mijn brillenglazen in mijn hand te hebben. Wie is de volgende die hem om zijn nek krijgt?



© Informatie Professional (Otto Cramwinckel Uitgever, Amsterdam) en Eric Sieverts

Voor een abonnement op Informatie Professional:
bel: 020 - 627 6609