Informatie Professional
14 (2010) nr. 5 (mei) blz. 11

Primaire reacties

terug

COLUMN
vorige | volgende | nieuwste

 

Eric Sieverts

Een collega die in de digitale wereld als Wowter bekend staat, attendeerde me op een artikel dat binnenkort in het Journal of Academic Librarianship gaat verschijnen. De corrected proof bleek al digitaal beschikbaar (doi:10.1016/j.acalib.2010.03.008). Reden mij hierop te attenderen waren de titel "Perspectives on Primary and Secondary Sources" en het feit dat ik altijd de begrippen primaire, secundaire en tertiaire informatiebronnen introduceer bij mijn inleiding op de VOGIN-cursus. Althans mijn persoonlijke interpretatie daarvan, begrijp ik na lezing van het artikel. Dat concludeert namelijk dat mensen daar vaak heel verschillende dingen onder verstaan. Nu was dat al niet meer nieuw voor me. Collega docenten van de voormalige archiefschool bleken ook een andere definitie van primaire bronnen te hanteren dan ik. En in een project voor het opslaan van "primaire onderzoeksdata" waarbij ik in Utrecht betrokken ben, staat dat "primair" ook veel dichter bij die archiefbetekenis dan bij mijn eigen oorspronkelijke opvatting.

In het genoemde artikel had een Amerikaanse bibliothecaris aan onderzoekers, docenten en studenten gevraagd wat zij onder primaire en secundaire bronnen verstonden. In zijn bibliotheekinstructie wilde hij namelijk aansluiten bij vigerende opvattingen. Hoewel bleek dat die per discipline en doelgroep uiteenliepen, kwam hij toch tot een eigen beslissing. Primaire informatie is voor hem onderzoeksdata en archiefstukken, terwijl artikelen waarin die gegevens (primair) worden beschreven, voor hem al secundaire bronnen zijn. En auteurs die over die secundaire publicaties van andere auteurs schrijven, genereren zelfs al tertiaire bronnen.

Help! Wat moet ik dan met mijn bibliografische databases die ik altijd secundaire informatiebronnen noem, de bronnen waarin gegevens over oorspronkelijke artikelen - mijn primaire bronnen - worden samengebracht? En mijn tertiaire bronnen, de verzamelplaatsen van mijn secundaire bronnen, de bibliografieën van bibliografieën, databasedirectories en overzichten van onderwerpsgidsen?

Tot overmaat van ramp werd vervolgens op een SURF onderzoeksdata-forum een model voor onderzoeksdata gepresenteerd, dat met niveaus werkt. Daarbij komt level 0 aardig overeen met de primaire bronnen van mijn archiefcollega's. Maar daar verschenen ook volgende niveaus, waarbij de primaire onderzoeksdata die beta-onderzoekers als stromen digitale getallen uit hun meetapparaten krijgen, eigenlijk al op level 1 of 2 terecht zouden moeten komen. Zijn die in de ogen van historici dus eigenlijk al secundair of tertiair? En dan de artikelen daarover? En dan de artikelen over die artikelen? En dan de databases waarin die artikelen zitten? En dan ... Het lijken de Drosteblikjes wel.

Als informatiezoeker houd ik bij mijn karakterisering van digitale informatiebronnen nog maar even vast aan mijn eigen definities van primair en secundair. Als ik mijn primaire bronnen eigenlijk al secundair of misschien wel tertiair zou moeten noemen, dan worden mijn tertiaire bronnen intussen al quartaire of misschien wel quintaire of sextaire bronnen. Mijn cursisten zijn dan vast al afgehaakt. Maar zoals u begrijpt is dit een nogal primaire reactie van mijn kant.




© Informatie Professional (Otto Cramwinckel Uitgever, Amsterdam) en Eric Sieverts

Voor een abonnement op Informatie Professional:
bel: 020 - 627 6609

Zie ook IP Online